Hoogaltaar

Hoogaltaar

Hoogaltaar, Maria-altaar en Jozefaltaar zijn vervaardigd door de firma Brom’s Edelsmederij te Utrecht.
Voor de opbouw van deze altaren zijn steeds dezelfde twee marmersoorten gebruikt. Voor de achterbouw is dat zachtgroen gestreept Grieks Cipolinne-marmer en voor het altaarblad (de mensa), de dragende kolommen en de grondplaat roomkleurig witgeaderd Italiaans Paonazzo-marmer. De drie altaren, met alle bijbehorende kandelaren en versieringen zijn qua vormgeving op elkaar afgestemd, waarbij het Maria-altaar en het Jozefaltaar de meeste overeenkomsten vertonen. Het hoogaltaar (hoofdaltaar), met de zes monumentale altaarkandelaars, het monumentale altaarkruis en de rijke ornamentele versiering op de tombe (beelden van Christus en de vier evangelisten), straalt een en al triomf uit. Dit wordt nog versterkt door de mozaïekversiering van de apsis. De grootsheid van Antoon Molkenboers gedenkmozaïek, met bovenaan een triomferende Christus, de palmen der victorie en een bloeiende levensboom, symboliseren vooral de kracht van het geloof en de kracht die van het Heilig Sacrament uitgaat.

Matteüs

Marcus

Christus
met in zijn rechter hand een hostie en in zijn linker hand een kelk (H. Sacrament).

Lucas

Johannes

In de tombe van het hoogaltaar staan vijf bronzen beelden, die qua vormgeving veel meer gestileerd zijn en Christus met de vier evangelisten voorstellen. Christus staat in het midden, met in zijn handen een kelk en een hostie en links en rechts de evangelisten met hun symbool. Links zijn dat: Matheus, met een gevleugelde mens, en Marcus, met een gevleugelde leeuw. Rechts zijn dat: Lucas, met gevleugelde os, en Johannes, met een adelaar.

Tabernakel

Op de tabernakeldeuren staat een uitbeelding van de ontmoeting van Jezus met een Samaritaanse vrouw bij een waterput.  Volgens ‘Johannes 4: 1-30’ heeft Jezus bij die ontmoeting het volgende gezegd: ‘Als u wist wat God wil geven en wie het is die u om water vraagt, zou u hem erom vragen en dan zou hij u levend water geven en wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft‘.

Mede door de nieuwe tabernakelkroon zijn deze deurtjes uit 1907 volledig opgenomen in het nieuwe geheel, ondanks de afwijkende vormgeving van het reliëf. In de kroon op het tabernakel is zeer kostbaar lapis lazuli verwerkt, als teken van grote eerbied voor het Heilig Sacrament dat hier bewaard wordt.

Over de proporties van het altaarkruis ten opzichte van de zes monumentale altaarkandelaars en de hoogte van deze objecten, is wel enige discussie geweest. Zo wilde Antoon Molkenboer dat het geheel niet al te hoog zou worden, omdat dan het zicht op zijn grootse gedenkmozaïek verstoord zou worden. Maar uiteindelijk stond het doel en het karakter van het hoogaltaar voorop en wilde men van dit hoogaltaar een waardig middelpunt van de kerk maken.