Luidklokken

De drie klokken die heden ten dage op de bovenste torenverdieping in de klokkenstoel hangen, zijn niet de oorspronkelijke.

 

De oorspronkelijke klokken

Weinigen zullen vroeger boven in de toren zijn geweest om ze te bekijken. Vandaag de dag weten velen wel dat de oorspronkelijke klokken, zoals bij veel Nederlandse kerken tijdens de Tweede Wereldoorlog, gevorderd en afgevoerd zijn ten behoeve van de Duitse oorlogsindustrie.

Toen het kerkgebouw in september 1927 in gebruik genomen werd, hingen er drie speciaal voor de H. Antonius Abt kerk gemaakte nieuwe klokken in de toren. Het simpele oude klokje, van de in 1925 afgebroken neogotische H. Antonius Abt kerk, was tegen de prijs van één gulden de kilo door uurwerkfabriek B. Eijsbouts te Asten overgenomen. Deze firma leverde en installeerde ook voor 5.700,00 gulden de drie nieuwe klokken en de klokkenstoel, maar de klokken zelf waren in januari 1927 gegoten bij de firma Petit & Gebr. Edelbrock te Gescher in het Duitse Westfalen. Waarschijnlijk werd het geheel in eerste instantie afgeleverd met luidtouwen en dus niet al met een elektrische bediening. Want pas in oktober 1930 bracht de firma J.M. Goossens uit Amsterdam voor 2.353,55 gulden een elektrisch te bedienen installatie aan.

De klokken hadden de namen: Joseph (ø 126 cm / 1275 kg), Hildegardis (ø 104 cm / 700 kg) en Maria (ø 92 cm / 480 kg) en hun toonsoort was E, G en A. De opschriften en randversieringen waren zeer uitgebreid, misschien mede omdat ze in 1927 nog kosteloos konden worden aangebracht, en luidden: “Als St. Joseph luidt – Vlug Uw bedden uit – Eerst naar de kerk – Dan aan het werk”, “Hildegardis Nomen meum – Vocans mentes ad Te Deum (Hildegardis is mijn naam – Tot God’s lof roep ik u samen)” en “Mater dulcissima – In hora ultima – Voca me Maria (Allerzoetste Moeder – In mijn sterfuur – Roep mij dan, Maria)”.

Op 15 februari 1943 sloeg het noodlot toe en werden de drie oorspronkelijke klokken uit de vijftig meter hoge kerktoren getakeld en afgevoerd. Van de oorspronkelijke klokken bestaan helaas geen foto’s maar het kerkbestuur kreeg in 1943 wel protocollen en reçu’s van de uit de toren verwijderde klokken waarin exact alle gegevens van die drie klokken waren vastgelegd. De overijverige Nederlandse ambtenaar die toen belast was met de vorderingsprocedure schreef aan pastoor Th.P. Pompe onder meer: “Misschien interesseert het U te vernemen, dat in dit dekenaat uit 22 kerken in totaal 50 klokken zijn weggenomen, met een totaal gewicht van circa. 34180 kg”. Blijkbaar moest volgens deze ambtenaar onze parochie nog trots zijn ook, op de 2455 kg aan brons die ze bijgedragen hadden aan het “nobele doel”.

De huidige klokken

De huidige drie klokken zijn geen kopie van de oorspronkelijke klokken en naast de versimpeling van de opschriften en randversieringen hebben twee van de huidige klokken andere gewichten, doorsnedes en toonsoorten dan de oorspronkelijke.

Pas nadat in 1949 de herstelbetaling van het Rijk van 5.063,00 gulden vrijgekomen was, konden er bij klokkengieterij Petit & Fritsen te Aarle-Rixtel drie nieuwe klokken worden besteld. Voorafgaand was nog wel eerst een advies en goedkeuring nodig van Prof. Dr. A. Smijers van de R.K. Orgelraad en Klokkenraad, want zonder zo’n officiële fiattering mocht er geen contract met de firma Petit & Fritsen worden afgesloten.

In 1949 kostten deze drie klokken echter wel 19.000,00 gulden. Als opschriften kregen ze de voornamen van de bouwpastoor van de H. Antonius Abt kerk H.J. van de Ven, van de toenmalige parochiesecretaris A.J.R.M. Rottier en van pastoor Th.P. Blom: Henricus Joannes (ø 131 cm / 1400 kg), Richard August (ø 117 cm / 1050 kg) en Theodorus (ø 104 cm / 700 kg) en hun toon is Dis, F en G.

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA     IMG_0018 a     IMG_0017 a

Op 1 augustus 1949 werden de nieuwe klokken in Scheveningen afgeleverd en nog dezelfde maandagavond plechtig ingewijd door Mgr. W.J. Pompe. Hij was van 1935 tot en met 1945 pastoor van de H. Antonius Abt kerk geweest maar in 1949 was hij deken van ’s-Gravenhage.
Toen op 15 augustus 1949 pastoor Th.P. Blom zijn 40-jarig priesterfeest vierde, hingen de nieuwe klokken in de toren en kon er na zesenhalf jaar weer feestelijk worden geluid.