Preekstoel

Symbolische eenheid en overeenkomst met de twee communiebanken
In december 1926 sturen Jan Eloy en Leo Brom aan pastoor H.J. van de Ven hun ontwerpen voor de preekstoel en de twee communiebanken. Ze hebben dan al de opdracht gekregen voor de drie altaren en schrijven nu onder meer: ‘Naar onze mening is het van veel belang, dat de verschillende hoofdmeubelen der kerk door één hand worden ontworpen en uitgevoerd, in het belang van het verkrijgen eener rustige en plechtige harmonische eenheid in Uw kerk‘. De preekstoel en de twee communiebanken vormen zo visueel wel één geheel met het hoogaltaar. Aan de opstelling en de vormgeving van de preekstoel en de twee communiebanken ligt een dubbele symbolische gedachte ten grondslag waarbij het ten eerste gaat om het geloof in, de hoop op en de liefde van Christus door middel van het Heilig Sacrament. Ten tweede gaat het hier om de toezegging, de instelling en de voortzetting van het belangrijkste sacrament van de katholieke Kerk: de Eucharistie.

 

De Preekstoel  ↑
Detail linker en rechter bronzen reliëf  →
De Joden in het linker en rechter bronzen reliëf wenden zich van Jezus af en maken met hun hoofden en handen duidelijk kenbaar dat ze de woorden van Jezus niet geloven en zijn geloofsleer juist ontkennen.

Op de preekstoel is door middel van teksten en reliëfs de toezegging van Christus uitgebeeld. In het evangelie van Johannes staat onder meer ‘Ik ben het levend brood dat uit de hemel is neergedaald. Zo iemand eet van dit brood, zal hij leven in eeuwigheid’. Op het middenpaneel van de preekstoel zie je Christus in gesprek met Petrus en twee andere apostelen. Deze teksten op de preekstoel zijn afgeleid van Johannes 6:67-69. In deze discussie met Christus geeft Petrus hier als antwoord ‘Gij hebt de woorden des eeuwigen levens‘ en ‘Wij hebben geloofd en erkend dat Gij zijt de Christus de Zoon van den levenden God‘. Het gaat hier om het geloof in de woorden van Christus.