Triomfboog-beschildering

Volgens Antoon Molkenboer zou bij de bouw van de kerk (1925-1927) door pastoor H.J. van de Ven en het toenmalige kerkbestuur over de versiering van het interieur van de nieuwe Abtkerk, de volgende drie zaken met hem zijn afgesproken: “een herdenking van een wonderbaarlijke gebedsverhoring te Scheveningen, gebrandschilderde ramen en een verheerlijking van de patroonheilige Antonius Abt”. Hoewel eerst het voornemen was om ook de herdenking van de wonderbaarlijke gebedsverhoring door middel van een muurschildering weer te geven, haalde Antoon Molkenboer pastoor H.J. van de Ven over om het in emailmozaïek te laten uitvoeren. In plaats van gebrandschilderde ramen heeft Antoon Molkenboer glas-in-loodramen ontworpen, waarbij hij gebruik maakte van verschillende glassoorten met toepassing van grisaille om detail aan te brengen.

De uitbeelding van de verheerlijking van de patroonheilige kwam niet verder dan zijn eerste ontwerpfase en dit project werd waarschijnlijk om economische redenen tot later uitgesteld. Toen de kerk in september 1927 in gebruik genomen werd zaten de glas-in-loodramen er al in, was alléén het gedenkmozaïek van de hoofdapsis af en waren de overige kerkwanden, de gewelven en alle andere toen nog niet versierde vlakken in een effen beige tint geschilderd. Pas in januari 1950 was er gelegenheid het plan van de nog steeds niet gerealiseerde “verheerlijking van de patroonheilige Antonius Abt” alsnog door Antoon Molkenboer te laten uitvoeren. Hij zelf was ondertussen 78 jaar oud en vroeg daarom aan de jonge kunstenaar Leo van Haalen hem bij de uitvoering op de steiger te assisteren. Voor deze hulp, waarschijnlijk een zeer aanzienlijk deel van het beschilderen zelf (op de hoge steiger), kreeg Leo van Haalen in december 1950 van het parochiebestuur 100 gulden. Antoon Molkenboers ontwerp bestond uit zeven gedeelten, waarvan de drie in het midden “de opgang tot God” uitbeelden en de twee links plus de twee rechts daarvan, steeds “de episodes uit het leven van de H. Antonius Abt”. Het gehele project wordt begroot op 10.000,00 gulden en van het Bisdom mocht dit bedrag ook niet overschreden worden.

 

Triomfboogbeschildering in de concha

Triomfboogbeschildering in de concha (apsis)

 

Toen de Liturgische Commissie van het Bisdom Haarlem het Nihil Obstat verleende (officiële goedkeuring) voegde ze er wel de volgende kritische opmerking aan toe: “Wij vertrouwen er op, dat de kunstenaar bij de uitvoering van de bekoringen van St. Antonius Abt, met name die der wellust  er voor zal waken, dat de voorstelling niet storend of afleidend zal werken op de eenvoudige beschouwers en kerkbezoekers”. Evenals in 1925 kreeg Antoon Molkenboer in 1950 de beschikking over de aula van de parochieschool Cordi Sacratissimo. Hier maakte hij zijn karakterstudies, zijn ontwerpschetsen, zijn “Verdaccio-proeven” en zijn tekeningen op ware grootte. Voor de afbeelding van de Antonius Abt en voor één van de monniken, zou pastoor Th.P. Blom model gestaan hebben.

pastoor Blom als "Monnik in gebed"

Pastoor Blom als “monnik in gebed”

De Verdaccio-techniek, waarin de beschildering van de triomfboog is uitgevoerd, is verwant aan de fresco-techniek, maar hierbij wordt de beschildering niet aangebracht op een nog vochtige pleisterlaag, maar op een ondergrond van duurzame Keimverf. Antoon Molkenboer paste deze techniek reeds eerder met succes toe in Rotterdam en in Los Angeles. Door de triomfboogbeschildering in sobere kleuren uit te voeren, heeft Antoon Molkenboer bewust een contrast geschapen met de stralende kleuren van de email-mozaïeksteentjes van het gedenkmozaïek. Het gedenkmozaïek moest volgens hem “de luister van God’s huis verhogen”, terwijl de beschildering “een verhaal voor het volk en een onderrichting voor de geloovigen” uitbeeldde. Niet voor niets zijn de hemel en de aanbiddende engelen nog met lichtere tinten geschilderd, terwijl het sobere aardse leven van Antonius Abt veel meer met vrij donkere tinten geschilderd is.

Restauratie en symboliek

In 2011 heeft restaurator Rob Bremer (naast alle mozaïek) deze beschildering gereinigd en het bleek duidelijk dat er in die 84 jaar wel een donkere waas over was gekomen.

Het schoonmaken van de beschildering (2011)

Het schoonmaken van de beschildering (2011)

Op de bovenste drie gedeelten zie je het hemelse Jeruzalem met de symbolen van de heilige Drievuldigheid: een hand (God de vader), een duif (de Heilige Geest) en een lam (de zoon van God). Hieronder een rots waaruit de vier levengevende wateren stromen, als symboliek voor de vier evangelisten. Rondom zes adorerende engelen en twee engelen die zich naar de aarde richten en als leidsmannen de weg naar God aangeven. De overige vier gedeelten tonen Antonius Abt, zoals uit zijn vita (levensbeschrijving van een heilige) is op te maken, als hij twintig, veertig, zestig en tachtig jaar oud is.

Als hij twintig jaar oud is zien we hem uitgebeeld als de rijke jongeling die, nadat zijn ouders waren gestorven, al zijn bezittingen weggeeft en daarna de woestijn in zal trekken om als kluizenaar te gaan leven. De drie behoeftigen zijn een vrouw met haar kind, een kreupele man en een bedelaar. Bij de voorstelling als Antonius Abt veertig jaar is zien we hem afgebeeld als de kluizenaar die drie bekoringen met een lichtend kruis af weert: Hoogmoed (de bovenste elegant geklede dame); Gulzigheid (de duivel met fruit en een kruik drank) en Wellust (de duivelin omringd door vuur en met een speer). Bij de voorstelling als Antonius zestig jaar is zien we hem afgebeeld als de ‘ordestichter’ die aan andere kluizenaars (monniken) richting geeft hoe je als vroom mens zou moeten leven. Afgebeeld zijn een monnik die in gebed is, een monnik die aan het mediteren is, een studerende monnik en twee monniken die een ambacht uitoefenen. Bij de laatste voorstelling, als Antonius Abt tachtig jaar is, zien we hem als prediker en verdediger van het geloof die kritisch spreek tot twee Arianen (Arianisme). Knielend naast hem een bekeerling, op de traptreden een afwijzende criticus en onderaan een vrouw die een beeldje van de godin Astarte aanbidt en met bloemen vereert.