Neogotische kerk aan de Scheveningseweg (1857)

In 1855 bracht de verkoop van het kerkje aan de Kerkwerf, samen met het pastoriegebouw, 17.000 gulden op. Voor de bouw van een nieuwe kerk aan het ‘Hoog voetpad’ langs de ‘Oude Scheveningsche weg’ werd door het Rijk in eerste instantie een subsidie van 3000 gulden toegezegd. Later kwam daar nog 2000 gulden bij, plus een subsidie van 2500 gulden van de Provincie. De bouwkosten voor een nieuwe kerk met pastorie waren geraamd op circa 42.000 gulden, maar bedroegen uiteindelijk ruim 51.000 gulden. Dat pastoor P.M. Snickers de Antonius Abtparochie een warm hart toedroeg, blijkt wel uit het feit dat hij uit eigen middelen 16.500 gulden voor de bouw van de nieuwe kerk schonk.

Zelfs van de badgasten en vreemdelingen kwam een bijdrage van 837 gulden en om het financieel kloppend te maken werden er aandelen van 500 gulden uitgegeven. Deze gaven een rente van vier procent, met de bepaling “dat ieder jaar te beginnen in 1858 één aandeel zal worden afgelost.”

Aanbesteding 1855 (Architect B.M. Schreijer)

Aanbesteding 1855 (Architect B.M. Schreijer)

Op 1 oktober 1855 vond al de aanbesteding van deze nieuw te bouwen Antonius Abtkerk in Scheveningen plaats. De architect was B.M. Schreijer en dus niet de soms in andere bronnen genoemde Theo Molkenboer. De nieuwe Antonius Abtkerk werd op 29 maart 1857 door pastoor P.M. Snickers zelf ingezegend. Deze kerk was in neogotische stijl gebouwd en toen nog eenbeukig van vorm, met een transept (dwarsbeuk) en met maar vijf traveeën. Uit de vorige Abtkerk verhuisde in eerste instantie het Van Damorgel uit 1835 mee en waarschijnlijk ook de twee marmeren beelden van Louis Royer.

In deze neogotische Antonius Abtkerk plaatste men (waarschijnlijk pas na 1870) een nieuw houten hoofdaltaar met een groot gebeeldhouwd eiken retabel (achterwand). Ook plaatste men er een nieuwe houten preekstoel en een nieuwe communiebank, alles met gebeeldhouwde beelden, reliëfs, pinakels en veel houtsnijwerkdecoraties. Het beeldhouwwerk van deze kerkmeubels was uitgevoerd door Hendrikus van der Geld (1838-1914) uit ’s Hertogenbosch. Dat zou omstreeks 1865 geweest zijn en het was zo voortreffelijk dat Van der Geld er op een expositie in Rome een prijs mee won. Dit was tijdens het Eerste Vaticaans Concilie dat van 8 december 1869 tot 20 september 1870 duurde.

Badhuisstraat

Gezicht vanaf de plaats waar nu de Badhuisstraat is

Pastoor P.M. Snickers bleef tot 1861 als pastoor in Scheveningen actief, waarna hij tot 1877 als regent en president werkzaam was op de seminaria van Hageveld en Warmond. Hierna werd hij eerst bisschop van Haarlem en vanaf 1883 zelfs aartsbisschop van Utrecht. Bij zijn overlijden op 2 april 1895 liet Mgr. Snickers ook nog 20.000 gulden na voor ‘zijn kerk in Scheveningen’.