Louis Royer
Louis Royer (19-07-1793 / 05-06-1868) was een Vlaamse beeldhouwer die in 1820 naar Amsterdam uitweek. Hij volgde eerst zijn opleiding aan een academie in Mechelen en na praktijkervaring opgedaan te hebben bij verschillende Vlaamse beeldhouwers vervolgde hij zijn studie in Parijs. Hoewel hij opgeleid was in de stijl van de de late Vlaamse Barok werd zijn werk later meer neoclassicistisch. In de 19de eeuw werd hij de toonaangevende Nederlandse beeldhouwer (de ‘Canova van Nederland’). Hij werd aangesteld als hofbeeldhouwer en tevens benoemd tot directeur van de Koninklijke Academie voor Beeldende kunsten in Amsterdam. Veel belangrijke 19de eeuwse standbeelden zijn door hem gemaakt. Zoals o.a. dat van: Michiel de Ruyter (Vlissingen), Willen de Zwijger (Den Haag), Rembrandt van Rijn (Amsterdam), Laurens Janszoon Coster (Haarlem) en Joost van den Vondel (Amsterdam).
Voor het Antonius Abtkerkje aan de Kerkwerf maakte Louis Royer ca. 1840 twee ‘marmeren’ beelden. Een Madonna-beeld (Maria met kindje Jezus) en een Antonius Abt-beeld. Beide beelden zijn later overgegaan naar de in 1857 in gebruik genomen neogotisch Abtkerk aan de Scheveningseweg en hoogstwaarschijnlijk waren het gipsen beelden die gemarmerd waren (marmerkleurig geverfd). In 1927 heeft ‘Broms Edelsmederij’ van dit Madonna-beeld een bronzen kopie gemaakt. Het is dus een afgietsel van het oorspronkelijke ‘marmeren’ beeld van Louis Royer.