Triompfboog-beschildering
Volgens Antoon Molkenboer zou in 1926 door pastoor H.J. van de Ven en het toenmalige kerkbestuur over de versiering van het interieur van de nieuwe Abtkerk, de volgende drie zaken met hem zijn afgesproken: ‘een herdenking van een wonderbaarlijke gebedsverhoring te Scheveningen, gebrandschilderde ramen en een verheerlijking van de patroonheilige Antonius Abt’. De uitbeelding van de verheerlijking van de patroonheilige kwam ca. 1928 niet verder dan zijn eerste ontwerpfase en dit project werd waarschijnlijk om financiële redenen uitgesteld. Pas in januari 1950 was er gelegenheid het plan van de nog steeds niet gerealiseerde ‘verheerlijking van de patroonheilige Antonius Abt‘, alsnog door Antoon Molkenboer te laten uitvoeren. Hijzelf was ondertussen 78 jaar oud en vroeg Leo van Haalen om hem bij de uitvoering op de nogal hoge steigers als ‘leerling-assistent’ te helpen. Antoon Molkenboers ontwerp was verdeeld over in zeven vlakken, waarvan de drie bovenaan in het midden het ‘hemelse Jeruzalem‘ uitbeelden. De vlakken links en rechts daarvan beelden vier episodes uit het leven van de H. Antonius Abt uit.
Evenals in 1925 kreeg Antoon Molkenboer in 1950 de beschikking over de aula van de parochieschool Cordi Sacratissimo. Hier maakte hij zijn karakterstudies, zijn ontwerpschetsen, zijn ‘Verdaccio-proeven’ en de kartons. De Verdaccio-techniek waarin de beschildering van de triomfboog is uitgevoerd, is verwant aan de fresco-techniek maar hierbij wordt de beschildering niet aangebracht op een nog vochtige pleisterlaag, echter op een ondergrond van duurzame Keimverf. Door de triomfboogbeschildering in sobere kleuren uit te voeren heeft Antoon Molkenboer bewust een contrast geschapen met de stralende kleuren van de email-mozaïeksteentjes van het gedenkmozaïek. Het gedenkmozaïek moest volgens hem ‘de luister van God’s huis verhogen’, terwijl de beschildering ‘een verhaal voor het volk en een onderrichting voor de geloovigen’ uitbeeldde.