Bouwgeschiedenis
Nadat in 1925 de Haagse aannemer G. Nollen het neogotische kerkgebouw afgebroken had en het terrein geschikt gemaakt had voor de nieuw te bouwen kerk met pastorie, vond op 10 februari 1926 de eerste steenlegging plaats. De deken van Den Haag, Mgr. H.A.Th. van Dam, wees in zijn toespraak op ‘de gewichtige beteekenis van het bouwen eener kerk’ en herinnerde de gelovigen er aan dat ‘het steeds een eer van het volk geweest is de mooiste kerk te bouwen”.
Eerste steenlegging op 10 februari 1926
Het ontwerp van het nieuwe kerkgebouw vertoont een strakke zakelijke bouwstijl die kenmerkend is voor het interbellum, maar binnen de toenmalige rooms-katholieke kerkbouw nauwelijks toegepast werd. Aangezien in 1925 de financiële situatie van de parochie in hoge mate bovengemiddeld was en de parochie ook een zekere standing had, wenste zij ‘een tempel Gods zoo waardig mogelijk’, die door het nieuwe kerkgebouw tot uitdrukking moest worden gebracht. Toch ziet het kerkgebouw er qua exterieur betrekkelijk sober uit en komt het over als een vrij algemeen kerkgebouw en niet direct als een specifiek rooms-katholiek kerkgebouw. Pas bij nadere beschouwing vallen het harmonieuze lijnenspel en de decoratieve elementen op. Deze laatste vormen veel meer een onderdeel van de bouwconstructie.
De bouw verliep voorspoedig en eind 1926 waren de constructie en het exterieur van het nieuwe kerkgebouw en de pastorie grotendeels afgebouwd, maar nog niet glasdicht. Gedurende de bouwperiode werden er regelmatig artikelen over de voortgang van de bouw en de inrichting van het kerkinterieur in verschillende kranten en tijdschriften geplaatst. Het parochiebestuur hield zo de parochianen op de hoogte, waarbij vooral het mozaïek van Antoon Molkenboer, of het poseren van zijn Scheveningse modellen, of het hoe en waarom van het grote gedenkmozaïek als onderwerp genomen werd.
Hoewel Joseph Cuypers samen met zijn zoon Pierre het ontwerp voor het nieuwe kerkgebouw gemaakt heeft, blijkt het vooral Pierre Cuypers jr. te zijn geweest die zich het meest met het hele bouwproces heeft beziggehouden. In de eerder aangehaalde correspondentie verklaart Joseph Cuypers ‘dat het aandeel van zijn zoon P.J.J.M. Cuypers in de bouw van de kerk groter is dan de zijne’.
Op 29 september 1927 vond de kerk inwijding plaats en werd dit 5de Scheveningse Antonius Abt kerkgebouw door de bisschop van Haarlem Mgr. A.J. Callier, plechtig ingezegend. Dezelfde avond bracht men het H. Sacrament van de tijdelijke noodkerk naar het nieuwe kerkgebouw, waarbij In de volle Kerk ter weerszijden een eerewacht van eenige honderden bruidjes met lelietakken in de hand opgesteld stonden. Nadat pastoor H.J. van de Ven op ceremoniële wijze het H. Sacrament de kerk binnen had gedragen volgde een plechtig lof, dat afgesloten werd met het speciaal voor deze gelegenheid door dhr. Chr. L. Wesseling vervaardigde danklied ‘Welkom Den Koning’.