Neogotische kerk aan de Scheveningseweg (1857 – 1925)

De bouwkosten voor deze nieuwe kerk aan het ‘Hoogvoetpad’ van de Scheveningseweg bedroegen uiteindelijk ruim 51.000 gulden. Dat pastoor P.M. Snickers de Antonius Abtparochie een warm hart toedroeg, blijkt wel uit het feit dat hij uit eigen middelen 16.500 gulden voor de bouw van de nieuwe kerk schonk. Op 1 oktober 1855 vond al de aanbesteding plaats en de architect was B.M. Schreijer. De nieuwe Antonius Abtkerk werd op 29 maart 1857 door pastoor P.M. Snickers zelf ingezegend. Deze kerk was in neogotische stijl gebouwd en toen nog eenbeukig van vorm, met een transept (dwarsbeuk) en met maar vijf traveeën. Uit de het Antonius Abtkerkje aan de kerkwerf verhuisde het Van Damorgel uit 1835, de 19de eeuwse doopvont en ook de twee 19de eeuwse beelden van Louis Royer mee.

Krantenbericht over de openbare aanbesteding op 1 oktober 1855 in de herberg ‘de Romein’ in Scheveningen (nu ‘ZarautZ’), Nieuwe Rotterdamse courant, 16-09-1855

↑    Detail van een plattegrond waarop de toenmalige gebouwen langs het ‘Hoog Voetpad’ staan, 1880

 

←    Tekening van de neogotische kerk en pastorie, naar ontwerp van B.M. Schreijer, houtgravure, ca. 1876

Mede door de groei van de Antonius Abt-parochie heeft men het neogotische kerkgebouw tussen 1881 en 1905 meermaals bouwkundig uitgebreid. Maar ook na deze en andere kleinere aanpassingen bleef het kerkgebouw te klein en niet passend bij de standing van de parochie. In 1906 werd het door de kunstcriticus Jan Kalf omschreven als: ‘een raar samenvoegsel en beslist eene kerk, Nederland’s voornaamste badplaats onwaardig‘. Het zoekproces voorafgaand aan de bouw van de volgende Antonius Abt kerk zou echter circa 20 jaar gaan duren.

De neogotische Abtkerk gezien vanaf een plek waar nu de Badhuisstraat loopt, ca. 1865

De neogotische Abtkerk op een aquarel van B.T. Pritchett, ca. 1860