Sint Antonius Abt

Antonius werd in het jaar 251/252 geboren in Egypte en zijn ouders waren welgestelde mensen. Na hun dood schonk Antonius op 20-jarige leeftijd alle bezittingen aan de armen en trok zich terug tot aan de rand van de woestijn. Hier verbleef hij in eenzaamheid en leefde boetvaardig. Maar hij kon niet voorkomen dat er bezoekers tot hem doordrongen en velen zich in zijn nabijheid in de eenzaamheid terugtrokken. Antonius gaf aan deze volgelingen leiding in zijn levenswijze, meer op aandrang van anderen dan uit zichzelf. Daarom trok hij verder de woestijn in richting de Nijl. Op aanwijzingen van de kooplieden die in de karavaan meetrokken, vond hij een geschikte plaats om alleen te zijn, dicht bij God. Maar ook daar wisten zijn volgelingen hem te vinden.

Antonius stierf op 105-jarige leeftijd in het jaar 356 en zijn volgelingen hebben hem op een onbekende plek in de woestijn begraven. Antonius is de eerste kluizenaar en vader van het monnikendom geworden. Hij maakte zich voor de kerk verdienstelijk door de geloofsgetuigen tijdens de vervolging onder Diocletianus te steunen en de heilige Athanasius bij te staan in de strijd tegen de Arianen. Deze Athanasius heeft het leven van de heilige Antonius op schrift gesteld en dit geschrift is eeuwenlang het leerboek van de ascese geweest.

Snel na zijn dood ontving Antonius de bijnaam “de Grote”. Zijn gebeente werd later overgebracht naar de Sint Juliuskerk in Aries (Frankrijk). Sinds 1491 worden zijn relieken in deze kerk bewaard.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

←   Detail: van het ‘R.-K. Slagerspatroons-Vereeniging H. Antonius
       Abt’ vaandel uit 1917.
       Na het opheffen van deze vereniging is dit vaandel aan de
       Scheveningse H. Antonius Abtkerk geschonken.

In de parochiegids van 1958, stond de onderstaande tekst