Stenen parochiekerk (ca. 1450)
Hoewel het bouwjaar van de eerste stenen Scheveningse Antonius Abt kerk niet exact vaststaat, gaat men ervan uit dat de bouw van deze kerk ergens halverwege de 15e eeuw begonnen zal zijn. Ook is aannemelijk dat het kerkgebouw op ongeveer dezelfde plek gebouwd is als waar eerder de houten ‘Capellania de Sceveninghe’ stond. Die kapel was immers al in 1419 tot de parochiekerk van Scheveningen verheven. Deze laatgotische stenen Antonius Abt kerk staat er nog steeds, zij het dat er in de loop der eeuwen met regelmaat aan verbouwd, aangebouwd en gerestaureerd is. Het is de kerk aan het einde van de Keizerstraat, die vanaf ca. 1600 voor de protestantse eredienst gebruikt wordt en sinds de bouw van de hervormde Nieuwe Kerk aan de Duinstraat (1893-1894), de Oude Kerk genoemd wordt.
Van oorsprong had er een sacristie aan de linkerkant van het kerkgebouw gezeten en de fundamenten daarvan vond men in 1957, bij de restauratie van de Oude Kerk, terug. Waarna de sacristie weer herbouwd werd. Een sacristie wordt gebruikt door geestelijken om zich gereed te maken voor de eredienst en hier worden traditioneel de kazuifels en andere religieuze attributen bewaard. Van oorsprong is het kerkgebouw laatgotisch en het koorgedeelte van de kerk wordt nu als oudste gedeelte daarvan beschouwd. Uit opgravingen is ook gebleken dat men eigenlijk een kruisvormige kerk (kruiskerk) wilde bouwen, maar dat men er tijdens de bouw in de 15e eeuw al van afgeweken is. De bouw van de toren heeft vermoedelijk plaatsgevonden tussen 1495 en 1525 en deze hoog oprijzende toren moet samen met de kerk een symbool van lokale trots zijn geweest.
In 1564 was Cornelis Willemsz. als laatste pastoor van vóór de Hervorming benoemd en hij zou in die jaren bijgestaan zijn door Bastiaan Cornelisz. Hij gold als een rechtzinnige katholiek en zou de parochie tot het begin van de jaren zeventig dienen. Tot 1573 bleef deze eerste stenen H. Antonius Abtkerk in gebruik voor de katholieke eredienst. Hoe en wanneer het grootste deel van de Scheveningse bevolking precies is overgegaan naar de nieuwe leer wordt nergens betrouwbaar genoeg omschreven, wel staat vast dat het kerkgebouw na 1573 geheel ontdaan werd van alle Roomse elementen. Het kerkgebouw werd echter tijdens een aantal woelige ‘oorlogsjaren’ voor andere zaken gebruikt en was waarschijnlijk pas jaren later echt bruikbaar voor de protestantse eredienst. De beschrijving van dit overgangsproces, zoals in het boek van J.C. Vermaas: “Omstreeks 1572 deed de Hervorming ook in Scheveningen haar intrede. Volgens de overlevering ging nagenoeg de geheele Scheveningsche bevolking tot de nieuwe leer over met den toenmalige pastoor incluis”, moet ondertussen als een nogal gekleurde visie gezien worden. Vaststaat echter wel dat pastoor Cornelis Willemsz. na 1573 inderdaad vertrokken is en dat tussen 1573 en ca.1580 de overgangsfase in Scheveningen plaatsgevonden heeft.